-
1 een examen afnemen
een examen afnemen -
2 een examen afnemen
экзаменовать; подвергать испытанию* * *гл.общ. (iem.) подвергать испытанию, (iem.) экзаменовать -
3 iemand een examen afnemen
iemand een examen afnemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand een examen afnemen
-
4 afnemen
1 [van een plaats verwijderen] take off/away ⇒ remove (from)2 [van het hoofd nemen] take off3 [wegnemen] remove4 [reinigen] clean5 [afpakken] deprive8 [kaartspel] cut♦voorbeelden:het kleed van de tafel afnemen • take/remove the cloth from the table3 iemand bloed afnemen • take blood/a blood sampleeen gulden van het geld afnemen • subtract a guilderde tafel met een natte doek afnemen • wipe (off) the table with a damp clothmet zeep afnemen • wash (down) with soapiemand zijn rijbewijs afnemen • take away someone's driving licenceiemand een eed afnemen • administer an oath to someone; swear someone in 〈 bijvoorbeeld getuige, nieuw lid, bij ambtsaanvaarding〉iemand een examen afnemen • examine someone2 [korter/kleiner worden] shorten♦voorbeelden:bij afnemende wind • with subsiding windin gewicht afnemen • lose weight -
5 examen
examen [egzaamẽ]〈m.〉1 onderzoek ⇒ beschouwing, analyse♦voorbeelden:esprit d'examen • kritische instellingle libre examen • het vrije onderzoek 〈waarbij alleen geaccepteerd wordt wat door rede of de ervaring wordt ondersteund〉faire l'examen de qc. • iets onderzoekenêtre à l'examen • nog in onderzoek zijnà l'examen • bij het onderzoekexamen de fin d'année, de passage • overgangsexamenexamen de sortie, de fin d'études • eindexamenexamen blanc • proefexamenexamen écrit • schriftelijk examenexamen oral • mondeling examenêtre collé, recalé, refusé à un examen, échouer à un examen • voor een examen zakkenfaire passer un examen • een examen afnemenpréparer un examen • zich op een examen voorbereidense présenter à un examen • opgaan voor een examensubir, passer un examen • een examen doen, afleggenm1) onderzoek, analyse2) examen, toets -
6 examen
♦voorbeelden:schriftelijk examen • (examen) écriteen examen afleggen • passer un exameneen examen afnemen • faire passer un examenexamen doen • se présenter à un examendoor een examen komen • être reçu à un examen -
7 examen
♦voorbeelden:mondeling/schriftelijk examen • oral/written exameen examen afleggen, examen doen • take/sit an examexamen afnemen • examinezijn examen halen, voor zijn examen slagen • pass one's examhet examen zal worden afgenomen op de 18e • the exam will be held on the 18thhij moest het examen in/voor drie vakken overdoen • he had to retake the exam in three subjectszakken voor een examen • fail an exam -
8 faire passer un examen
faire passer un examen -
9 экзаменовать
vgener. (iem.) een examen afnemen, eksamineren, examen afnemen, examineren -
10 экзаменовать
vgener. (iem.) een examen afnemen, eksamineren, examen afnemen, examineren -
11 подвергать испытанию
vgener. (iem.) een examen afnemen, proberen, testenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > подвергать испытанию
-
12 подвергать испытанию
vgener. (iem.) een examen afnemen, proberen, testen -
13 stof
I 〈 het〉1 [deeltjes in de lucht] dust2 [stuivende vorm van een materie] dust3 [droog zand] dust♦voorbeelden:neerslag van radioactief stof • radioactive falloutstof afnemen • dust〈 figuurlijk〉 veel stof doen opwaaien • kick up/raise dust2 〈 religie〉 van stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren • dust thou art, and unto dust shalt thou returnin het stof bijten • bite the dustiemand in het stof doen bijten • make someone grovel, make someone eat dirtII 〈de〉♦voorbeelden:1 gevaarlijke stoffen • hazardous materials, harmful substancesorganische/vergiftige/kneedbare stoffen • organic/poisonous/malleable substances2 een lap stof • a piece of material/clothlichte/grove/katoenen stoffen • light/coarse/cotton fabricsstof tot nadenken hebben • have food for thoughter was genoeg stof tot praten • there was enough to talk aboutstof voor een roman • material for a novel -
14 stof
I 〈 het〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 veel stof doen opwaaien • faire beaucoup de bruit; 〈m.b.t. personen〉 faire parler de soiin het stof bijten • mordre la poussière〈 figuurlijk〉 voor iemand in 't stof buigen • se mettre à plat ventre devant qn.II 〈de〉♦voorbeelden:de verplichte stof voor een examen • le programme d'un examenstof opleveren voor • fournir matière àstof tot nadenken hebben • avoir matière à réflexion -
15 fail
n. onvoldoende (schoolexamen), falen--------v. mislukken, (laten) zakken; nalaten; in de steek laten; oprakenfail1♦voorbeelden:¶ without fail • zonder mankeren/falen, stellig————————fail21 tekortschieten ⇒ ontbreken, het begeven2 afnemen ⇒ op raken, verzwakken4 mislukken ⇒ het niet halen, het laten afweten♦voorbeelden:words failed me • ik kon geen woorden vindenthe crops will fail this year • de oogst zal dit jaar mislukkenhe failed in his duty • hij deed zijn plicht nietII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nalaten ⇒ niet in staat zijn/er niet in slagen♦voorbeelden: -
16 afneming
1 [het afnemen] 〈zie voorbeelden 1〉3 [beeldende kunst, religie] descent (from the Cross)♦voorbeelden:1 de afneming van een verhoor/examen • an interrogation/examination
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский